Gedeconcentreerde gerechtelijke directies
De belangrijkste taak van deze gedeconcentreerde directies bestaat dan ook uit het voeren van opsporingsonderzoeken, onder leiding van het parket, of van gerechtelijke onderzoeken onder leiding van een onderzoeksrechter.
Dit kan gebeuren zowel op een proactieve als op een reactieve wijze. In het eerste geval vertrekt men van beschikbare informatie rond een criminele dadergroep en bewijst het onderzoek de criminele activiteiten ervan. Bij een reactief onderzoek is het vertrekpunt het misdrijf en wordt er getracht de schuld of de onschuld van een verdachte aan te tonen.
Daarnaast wordt aan interne en externe partners binnen de politie gespecialiseerde steun verleend hoofdzakelijk in de domeinen van de ICT-criminaliteit, de technische en wetenschappelijke politie, het informantenbeheer, de misdrijfanalyse en de bijzondere opsporingsmethoden en -technieken.
Binnen deze directies worden ook projecten op arrondissementeel niveau ontwikkeld waarbij de integrale (preventie, repressie, nazorg, enz.) en de geïntegreerde aanpak (met alle partners en overheden) van prioritaire fenomenen in de praktijk worden gebracht. Ze maken het gezamenlijke engagement van alle partners zichtbaar op het terrein.
Steeds met het oog op een integrale en geïntegreerde aanpak blijkt een synergie tussen de gerechtelijk directeur en de administratief directeur coördinator (DirCo), die belast is met de coördinatie van de taken van bestuurlijke politie in het arrondissement, een cruciaal element te zijn voor een optimale werking op het niveau van het gerechtelijk arrondissement.
Activiteiten
De gedeconcentreerde gerechtelijke directie voert hoofdzakelijk een werk van criminele politie op gerechtelijk niveau in onderzoeken die ofwel door de omvang ervan de grenzen van het gerechtelijk arrondissement of van het land overschrijden ofwel door de ingewikkelde aard ervan, gespecialiseerde kennis vereisen.
De gedeconcentreerde gerechtelijke directie voert ook bepaalde gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie uit, zoals bvb. de opvolging van de risicogroepen. Een richtlijn van de Minister van Justitie bepaalt de taakverdeling tussen de federale en lokale politie, rekening houdend met de wettelijke opdrachten en activiteiten die aan beide politiediensten voorbehouden zijn.
De steun aan de Lokale Politie
De gedeconcentreerde gerechtelijke directie verleent gespecialiseerde steun aan de opsporingsdiensten van de Lokale Politie in het raam van hun opdrachten van lokale recherche.
De voornaamste structurele steunopdrachten zijn:
- Bijstand door de laboratoria van technische en wetenschappelijke politie.
- Bijstand door operationele en strategische analisten.
- Bijstand door de « computer crime unit ».
- Ondersteuning inzake het managen van informanten en de aanwending van bijzondere opsporingsmethoden.
- Het ter beschikking stellen van videoverhoorkamers.
- Het steunaanbod aan de eenheden van de federale politie en aan de zones van de lokale politie voor het onderzoeken van telefonie (Central Technical Interception - CTI).
Om de optimale coördinatie en informatiedoorstroming te verzekeren binnen het arrondissement, detacheert de gerechtelijk directeur één of meerdere verbindingsambtenaren bij één of meer lokale politiekorpsen.