Voorstelling
De Geïntegreerde Politie is opgericht bij de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geintegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Het federaal niveau bestaat uit de Federale Politie en het lokale niveau uit lokale politiekorpsen die elk in hun eigen district, "politiezone" genaamd, werken.
Beide niveaus zijn autonoom maar werken nauw samen en zijn complementair. Er bestaat geen enkele hiërarchische band tussen hen.
Lokale Politie en Federale Politie verstrekken samen de geïntegreerde politiezorg.
De Lokale Politie is samengesteld uit 181 politiezones, verdeeld over het gehele grondgebied.
Zij is belast met de dagdagelijkse politietaken, zowel van gerechtelijke als van bestuurlijke politie binnen het territorium van de politiezone.
Zij verzekert tevens zeven basistaken: wijkwerking, onthaal, interventie, politionele steun aan slachtoffers, lokale recherche, ordehandhaving en verkeersveiligheid.
De integriteit, onpartijdigheid en zin voor verantwoordelijkheid zijn de pijlers van de federale politie.
Zij voert missies uit van gerechtelijke en bestuurlijke politie in gespecialiseerde domeinen of wanneer fenomenen het lokale niveau overstijgen. Ze oefent tevens missies van operationele, administratieve en logistieke steun uit. Om die opdrachten te vervullen, bestaat de federale politie uit directies, entiteiten en diensten die zeer verscheiden zijn.
De Federale Politie verleent ook allerlei soorten steun (operationele of niet) aan de Lokale Politiekorpsen. Tot slot vertegenwoordigt ze de Belgische politiediensten in het kader van de internationale politiesamenwerking.
Om dit geïntegreerde karakter te benadrukken:
- Worden in een nationaal veiligheidsplan (NVP) de krijtlijnen van de politieopdrachten uiteengezet en de prioriteiten vastgesteld. Het NVP is de leidraad voor de politiewerking. Het legt de strategische doelstellingen van de federale politie vast waaruit de actieplannen voortvloeien. De strategische doelstellingen worden om de vier jaar herzien, terwijl dat voor de operationele doelstellingen jaarlijks het geval is.
- Bestaat er een deontologische code voor alle personeelsleden van alle politiediensten.
- Het personeel van de Belgische politie delen de waarden van de Geintegreerde Politie.
- Om bij te dragen aan de maatschappelijke veiligheid, moet elk personeelslid van de Geintegreerde Politie bij de uitoefening van zijn taken rekening houden met de principes van de Excellente politiezorg.
- Zijn er gemeenschappelijke selectie- en rekruteringsprocedures en is de opleiding eenvormig.
- Hebben alle politieambtenaren hetzelfde statuut. Dit eenheidsstatuut betekent dat voor zowel de leden van de Federale Politie als van de Lokale Politie dezelfde regels inzake bevordering, evaluatie, mobiliteit, tucht, bezoldiging, pensioen, enz..
- Zijn in het kader van de mobiliteit alle betrekkingen binnen beide niveaus (federaal en lokaal) toegankelijk voor elk personeelslid van het ene of het andere niveau, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
- Er is inzake operationele politiële informatie één Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) voor beide politieniveaus.
- Werken de informatiekruispunten (AIK's) als schakels tussen het federale en lokale niveau op het vlak van de operationele informatie-uitwisseling van bestuurlijke en gerechtelijke politie.
- Zijn de 11 provinciale communicatie- en informatiecentra (CIC's) operationeel voor beide politieniveaus, zowel voor de calltaking (het beantwoorden van noodoproepen) als voor de dispatching van de ploegen op het terrein.
- De Federale en Lokale Politiediensten alsook alle hulp- en veiligheidsdiensten (101, brandweer, douane, enz.) gebruik maken van een digitaal radionetwerk, ASTRID genaamd. Het bevordert een betere communicatie tussen de verschillende politiediensten en ook de samenwerking tussen de politie en de andere hulpdiensten.