Historia: Al 85 jaar op onze wegen
In 1933 kreeg de Rijkswacht de opdracht om de bijzondere wegpolitie (BWP) te organiseren. Deze bestond oorspronkelijk uit een keuronderofficier en acht manschappen. Twee jaar later waren dat er een twintigtal, met standplaatsen in Brussel, Charleroi en Antwerpen. De drie ploegen verdeelden de opdrachten in de verschillende provincies onder elkaar. Het jaar daarop kwam er een vierde ploeg bij in Luik. In het begin van de Tweede Wereldoorlog stelde de bijzondere wegpolitie zich ten dienste van het leger om konvooien naar Frankrijk te begeleiden.
In 1949 werd het statuut van rijkswachter-motorrijder bij koninklijk besluit vastgelegd. Daardoor konden er specifieke opleidingen voor deze functie worden georganiseerd. De bijzondere wegpolitie telde toen een honderdtal manschappen. Het waren uitsluitend motorrijders die over ‘s lands wegen reden.
In het begin van de jaren 50 zetten sommige diensten jeeps in als gevolg van de winterse omstandigheden. In 1953 kreeg de bijzondere wegpolitie de eerste auto’s toegewezen, van het merk Renault Fregate. Tien jaar later deed de bekende Volkswagen Combi zijn intrede in het wagenpark van de BWP.
Het personeelsbestand bleef aangroeien en telde in 1968 meer dan 350 rijkswachters. Als gevolg van het almaar uitbreidende autowegennet, werd in 1970 de bijzondere autowegenpolitie (AWP) opgericht, met een twintigtal posten in de buurt van de knooppunten. De prestigieuze merken BMW en Porsche leverden de voertuigen aan de BWP en de AWP.
In de jaren 80 werd met name Volvo aan het lijstje van leveranciers toegevoegd. In 1985 fuseerden de twee bijzondere politiediensten om de provinciale verkeerseenheden (PVE) te vormen. Tijdens de politiehervorming zijn de PVE’s ten slotte opgegaan in de Federale Wegpolitie.
